Raadslid Natasha Mohamed-Hoesein is er niet gerust op dat het ongewenst gedrag tegenover vrouwelijke ambtenaren in Rotterdam in de publieke sector in goede banen wordt geleid. Ze heeft er al eerder kritische vragen over gesteld en vindt de verwijzing van wethouder Van Gils naar een bestaand protocol uit 2007 te vaag. Ze heeft de website van de gemeente geraadpleegd en kan geen protocol vinden.
Reden voor haar om zich af te vragen op welke wijze de medewerkers van de gemeente Rotterdam dan van dit protocol op de hoogte worden gesteld? Het zou volgens haar ook kunnen zijn dat er behoefte is aan het anoniem verkrijgen van informatie, of in elk geval zo laagdrempelig mogelijk. Maar waar?
Medewerkers bij de gemeente kunnen volgens wethouder Van Gils terecht bij 24 vertrouwenspersonen die verdeeld zijn over alle clusters en vanaf 1 augustus is die pool zelfs vergroot naar 28 vertrouwenspersonen. Waarom? Betekent dit dat de hoeveelheid meldingen is toegenomen en dat de vrees van grootschaligheid van ongewenst gedrag terecht is?
Het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft eerder dit jaar de resultaten bekend gemaakt van een onderzoek naar ongewenst seksueel gedrag op de werkvloer. Staatssecretaris Raymond Knops ziet naar aanleiding van de resultaten van het onderzoek het belang in van een zerotolerancebeleid. Daarom wil Natasha Mohamed-Hoesein inzichtelijk krijgen welke consequenties er zijn geweest voor Rotterdamse ambtenaren na een gegrondverklaring van een klacht rondom ongewenste intimidatie.